Na het vertrek van de monniken wordt de heuvel die boven de kerk uitkijkt, vanaf 1337 bewoond door kluizenaars die ervoor moeten zorgen dat de plaatsen waar de heilige Hadelinus vertoefde, in ere blijven. Op het einde van de XVIIIde eeuw laten de graven van Liedekerke-Beaufort er een klooster optrekken om er een gemeenschap van religieuzen onder te brengen. Deze bleef bestaan tot in 1973.
De gemeente kocht nadien het gebouw waar momenteel een kleuter-en lagere school is.
De kapel en de kelderruimtes zijn omgebouwd tot bezoekerscentrum.